Voor de raad van 29 juni 2017 hebben de fracties van VVD en Dongeradeel Sociaal een interpellatiedebat aangevraagd naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak inzake de mobiliteitscentrale en taxibedrijf Waaksma. Zij leggen daarbij de volgende vragen voor aan het college en verantwoordelijk wethouder mevr. De Graaf.
1. Wat zijn de verwachte extra kosten van het opnieuw moeten doen van de aanbesteding? We denken daarbij o.a. aan de extra kosten voor ambtelijke inzet, de kosten voor de inhuur van derden voor het begeleiden van de nieuwe aanbesteding en de extra kosten die gemoeid zijn met het later gunnen en starten van de mobiliteitscentrale.
2. Wat is het risico op schadeclaims van het bedrijf/de bedrijven die aanvankelijk het werk gegund hebben gekregen?
3. Is er nog een mogelijkheid om de criteria van de aanbesteding te wijzigen, zodat er breder gekeken kan worden naar een totaal openbaar vervoer anders dan alleen WMO –, leerlingenvervoer en de Opstapper?
4. De rechter constateert dat er fouten zijn gemaakt in de aanbesteding. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wie is of wie zijn verantwoordelijk voor de gemaakte fouten?
5. Wie heeft de (eind)beoordeling gedaan van de inschrijvingen bij de aanbesteding? Waarop is die beoordeling gebaseerd geweest? En welke criteria zijn daarbij gehanteerd?
6. In de Leeuwarder Courant (LC) van 25 maart jl. wordt gesteld dat de bedrijven die de aanbesteding aanvankelijk gegund kregen, onder de kostprijs zouden hebben ingeschreven. In de LC van 27 maart jl. ontkent wethouder De Graaf dit ten stelligste. Waar baseerde de wethouder haar uitspraken op?
7. Ook stelt de wethouder in het artikel van 27 maart jl. dat de kwaliteit de doorslag heeft gegeven. Waar baseerde de wethouder haar uitspraken op dat de kwaliteit van taxibedrijf lager zou zijn dan die van de andere inschrijvers?
8. In hetzelfde artikel van 27 maart jl. zegt wethouder De Graaf dat het ‘een harde eis’ was ‘dat iedereen die vast werk heeft bij het bedrijf dat het verliest, een vaste aanstelling onder dezelfde condities moet krijgen bij de nieuwe vervoerder.’ De wethouder verwijst daarmee naar de OPOV-regeling (regeling Overgang Personeel bij Overgang Vervoerscontracten). In de gerechtelijke uitspraak staat echter:
Zo brengt de OPOV-regeling niet per definitie mee dat de winnende inschrijver 75% van het personeel van Waaksma dient over te nemen. In de OPOV-regeling zijn namelijk uitzonderingen op deze hoofdregel geformuleerd, onder meer voor het geval de winnende inschrijver de opdracht geheel of gedeeltelijk met eigen personeel kan opvangen. Taxi Dorenbos, Taxi NOF en VMNN zijn gevestigde taxiondernemingen die al personeel in dienst hebben en met dat personeel in ieder geval een deel van het vervoer kunnen uitvoeren. Ook verplicht de OPOV-regeling de winnende inschrijver niet om het personeel van Waaksma over te nemen met behoud van het huidige salaris. Uit de OPOV-regeling volgt enkel dat minimaal het loon betaald dient te worden waartoe de CAO Taxivervoer verplicht.
Hoe verklaart de wethouder haar uitspraken in het licht van deze gerechtelijke uitspraak? Immers, zo’n ‘harde eis’ blijkt het helemaal niet te zijn.
9. Hoe serieus neemt de wethouder de gerechtelijke uitspraak en het feit dat de aanbesteding opnieuw gedaan moet worden? Dit in het licht haar de uitspraak aan het einde van de informatiebijeenkomst op 12 juni jl. dat er slechts ‘een foutje’ gemaakt is?
10. Is de wethouder het met ons eens dat deze hele zaak het vertrouwen van het personeel en de gebruikers in het gemeentebestuur schaadt en voor hen veel stress en onzekerheid teweegbrengt voor de toekomst en is de wethouder het met ons eens dat dit schadelijk kan zijn voor het personeel en de kwetsbare gebruikers van het vervoer.
11. Is de wethouder het met ons eens dat de wethouder op dit dossier out of control is en te veel afgaat op onjuiste adviezen en aanbevelingen? De wethouder onvoldoende zorg heeft voor de personele als wel de gebruikersbelangen? Waarbij moet worden opgemerkt dat we bij het WMO-vervoer te maken hebben kwetsbare mensen.
12. Is de wethouder voornemens om, voor de gemaakte fouten en het onjuist informeren van de raad, haar verantwoordelijkheid te nemen en daaruit haar conclusies te trekken?